Je bekijkt nu Peuterslaap

Peuterslaap

Rond de leeftijd van 2 jaar spreek je van een peuter, het babygehalte is er dan echt af en je kleintje wil steeds meer zelf gaan doen. Jouw hulp is niet meer nodig (vindt hij zelf) en begint met het opzoeken van de grenzen. Ook het slapen kan opeens moeizamer gaan, er ontstaan bedtijdbattles en overdag wil je kleintje niet meer naar bed. Wat is er aan de hand?

Je kind begint de peuterfase met een slaapregressie, dit is eigenlijk een soort update van het slaapsysteem van je kind. Na de slaapregressie kan je kind beter slaap consolideren, oftewel slaapjes samenvoegen en langer tussen de slaapjes wakker zijn. Maar deze slaapregressie kan nogal wat onrust met zich meebrengen omdat deze ook gepaard gaat met een hechtingssprong én er komen vaak kiesjes door rond deze leeftijd. Deze drie dingen samen zijn geen pretje, zeker niet voor je peutertje.

Juist in deze periode wil je het middagslaapje absoluut niet weglaten, je kan je voorstellen dat al deze veranderingen veel energie vragen. Om die reden wil je het middagslaapje blijven aanbieden. Zodra de grootste piek van de regressie is gaan liggen zal je kind zijn dutje weer makkelijker gaan doen.

Survivaltips voor de eerste peuterperiode:

  • Hou je aan het ritme, biedt eventueel meer slaapmomenten aan dan 1 slaapje (denk aan een ochtend slaapje of juist een powernap aan het einde van de middag). Want vermoeide peuter = moeilijker gaan slapen = vaker wakker worden = meer verzet/driftbuien
  • De verlatingsangst kan maken dat je peuter meer hulp nodig heeft om in slaap te vallen. Blijf er dan even bij, laat de deur op een kiertje of misschien helpt een lampje op de gang wel. Zodra het weer wat beter gaat bouw je de hulp in kleine stapjes af
  • Je (eerst goed slapende) peuter kan opeens ’s nachts weer wakker worden of juist de dag heel vroeg beginnen. Kijk dan hoe het overdag met slapen gaat, pas aan waar nodig maar leg je er eventjes bij neer. Weet dat dit normaal is en dat je peuter jou tijdelijk net even wat meer nodig heeft dan anders

Oké en dan.. Dan is de regressie achter de rug, je peuter is met sprongen vooruitgegaan in zijn ontwikkeling en kan opeens veel zelf. Maar ze weten ook beter hoe ze jou aan het werk kunnen zetten en hoe ze dingen voor elkaar moeten krijgen. Wat doe je als je peuter daarna nog niet goed slaapt?

Grenzen

Zoals ik net al zei zoeken peuters steeds meer de grenzen op. Ze komen erachter dat ze een eigen wil hebben en dat als ze maar hard genoeg roepen ze (soms) hun zin kunnen krijgen. Duidelijke grenzen zijn ontzettend belangrijk voor het slapen. Hoe duidelijker de grenzen, hoe beter zij weten wat wel en niet gaat werken en hoe eerder ze hun strijd zullen opgeven.

Het is belangrijk dat er een lijn wordt getrokken in de grenzen, want hoe lastig is het voor een peuter als hij van papa wel 4x uit bed mag komen maar van mama niet?

 

Middagslaapje

Rondom de regressie (en soms al eerder) kan het lijken alsof een peuter klaar is met zijn middagslaapje. Toch blijkt dat het grootste deel peuter die middagslaap écht nog nodig hebben tot ongeveer 3,5 jaar oud. De ene is wat vroeger en de andere is wat later. Het consequent blijven aanbieden van het dutje, elke dag opnieuw, is enorm belangrijk. Ook al wordt er niet geslapen. Lukt het slaapje niet? Probeer dan eens een bedtijd van 18.00/18.30u. Want: slapen doet slapen. Een peuter zal de gemiste uren overdag in de nacht inhalen en zo voorkom je vermoeidheid. Want een vermoeide peuter gooit eerder zijn kont tegen de krib, wordt sneller boos, verzet zich meer tegen het slapen en zo kan je al gauw in een vervelende spiraal komen.

 

Bedtijdritueel

Deze is ontzettend belangrijk. Een duidelijk bedtijdritueel die elke dag hetzelfde is geeft een peuter zoveel houvast. Elke handeling gedurende dat ritueel is een signaal voor je kind dat het bedtijd is. Dat signaal zorgt voor de aanmaak van melatonine en dat zorgt er weer voor dat een peutertje makkelijker in slaap valt.
Een bedtijdritueel begint al met 30-60 minuten voordat je naar boven gaat, je bouwt de dag langzaam af door de televisie/iPad/etc. uit te zetten. Rustig bouw je de dag af en ga je richting de slaapkamer.

Probeer zelf ook rustig te blijven. Ik weet hoe pittig het kan zijn na een drukke dag om nog iets van geduld en rust te bewaren. Maar uiteindelijk heb je jezelf ermee als je uit je slof schiet of gehaast door het ritueel gaat. Want hoe langer het duurt voor je kind om in slaap te vallen, hoe minder jij aan je avond hebt! Nog even investeren met als beloning een avondje voor jezelf.

 

Voeding

Wat je kind eet op een dag, en met name voor het slapengaan, heeft een grote invloed op het slapen zelf. Krijgt je peuter nog suikers voor het slapengaan? Dan kan je er donder op zeggen dat ze niet makkelijk gaan slapen. Probeer dus te kijken naar wat je peuter eet op een dag. Een goede balans tussen koolhydraten, vetten en eiwitten. Wist je dat een banaan voor het slapen gaan juist het slapen kan bevorderen? Dit komt door de enorme hoeveelheid aan melatonine en serotonine. En laat dat net de stoffen zijn die het slapen bevorderen!

 

Hopelijk helpen deze tips je om meer inzicht te krijgen in je peuter en waarom hij niet wil slapen. Soms helpt de volgende mantra ook, als het allemaal even tegenzit: ‘Het is een fase, het is een fase, het is een fase’.

Weet dat je er niet alleen voor staat! Heel veel succes!